‘Met deze samenwerking is er een goed begin gemaakt met het afstemmen van de havo op het hbo en andersom.’
Van alle havisten kiest 80% voor een hbo-opleiding in de directe nabijheid van hun woonplaats. Dit betekent dat van de totale havo-instroom van de Rotterdamse ho-instellingen het overgrote deel uit de directe regio afkomstig is. Een deel van deze leerlingen is niet succesvol in deze doorstroom en ruim 1/3 van hen valt uit of switcht van opleiding. Hierdoor gaat talent verloren en wordt het potentieel van de jongeren uit de regio niet volledig benut. Voor de Rotterdamse Hbo's en een groot aantal vo-scholen vormde dit gegeven de aanleiding om samen te gaan werken om voor deze jongeren een soepele overgang van de havo naar het hbo mogelijk te maken.
We hebben onze samenwerking in de regio sinds het najaar van 2014 georganiseerd binnen het samenwerkingsverband ‘Samen werken aan een betere aansluiting vo-ho’. Vertegenwoordigers van een groot aantal vo-scholen hebben toen samen met de vier Rotterdamse hbo-instellingen een intentieverklaring getekend om intensiever samen te werken op een zestal thema’s die er samen voor zorgen dat de aansluiting van vo naar hbo goed verloopt:
In het begeleiden van leerlingen naar een goede studiekeuze hebben zowel vo als ho een rol. Het vo door het opzetten van een goed LOB-programma waarbij leerlingen gericht begeleid en gefaciliteerd worden om een weloverwogen keuze voor een opleiding te maken. En het ho door het organiseren van realistische en toegankelijke studiekeuzeactiviteiten en -voorlichting. Een verbinding in LOB op het vo en ho werd nog niet concreet gemaakt. Binnen het project is een instrument ontwikkeld dat deze verbinding wel maakt: het LOB-cv.
De competenties van havisten sluiten vaak niet voldoende aan bij het type onderwijs dat het ho biedt. Havisten hebben onder andere moeite met het aanpakken van contextrijke opdrachten, planningsvaardigheden en het doen van onderzoek. Het voorbereiden van leerlingen op de werkwijze die op het ho gangbaar is met de vaardigheden die daarbij belangrijk zijn, heeft binnen het project aandacht gekregen door het ho-waardig maken van het Profielwerkstuk. In het verlengde daarvan zijn startvaardigheden benoemd die een leerling ontwikkeld moet hebben om goed beslagen ten ijs te komen op het ho.
Om een soepele overgang tussen havo en ho te bewerkstelligen is kennis over elkaars onderwijsprogramma’s noodzakelijk. Immers, ho-opleidingen zouden bij de start moeten aansluiten bij het eindniveau van de instromende student. En het vo zou op zijn beurt moeten toewerken naar datzelfde startniveau. Dat betekent veel uitwisseling over en weer om de hiaten in kennis zo klein mogelijk te houden. We zijn dat gaan doen bij drie vakken: Nederlands/communicatie, wiskunde/rekenen en economie.
Het monitoren van de doorstroom en het effect van samenwerking op de thema’s waarop we samenwerken is een belangrijk sturingsmiddel. Dat vroeg om een aanpassing en verbreding van de huidige terugkoppelingsrapportages waar een deel van de participerende hogescholen mee werkt. De Rotterdamse doorstroommonitor is het resultaat hiervan.
Voor elk van de thema’s is een werkgroep samengesteld met daarin collega’s uit het vo en ho. Deze werkgroep is verantwoordelijk voor de ontwikkeling van de producten die binnen dat thema ontwikkeld worden. De grote lijnen van de samenwerking, alsmede de organisatie van de werkgroepen ligt in handen van de overall projectgroep. Hierin zitten de projectleiders van de deelthema’s. Het totale samenwerkingsverband wordt aangestuurd door een stuurgroep met daarin een vertegenwoordiging van bestuurders van de samenwerkende scholen.
Tijdens de conferenties die de afgelopen jaren georganiseerd zijn, gaf een grotere groep collega’s hun feedback en input. Zo is op een laagdrempelige manier een zo groot mogelijke groep deelnemende scholen betrokken. Het bijzondere aan de samenwerking is dat de ontwikkeling van concrete producten en activiteiten centraal staat. De inhoudelijke uitwisseling tussen de collega's van het vo en het ho staat daarbij altijd ten dienste van het eindproduct. Nu een deel van de producten en instrumenten gereed is, staat in het schooljaar 2017-2018 de implementatie van deze producten centraal. Samen moeten zij zorgen voor een integrale aanpak om de doorstroom van havo naar ho te optimaliseren.
Aan het samenwerkingsverband ‘Samen werken aan een betere aansluiting vo-ho’ nemen de volgende scholen deel: