De opleiding Logopedie van Hogeschool Rotterdam heeft voor het nieuwe curriculum een doorlopende leerlijn taalvaardigheid. “Taalontwikkeling is niet alleen voor de taalzwakke student belangrijk.''
Is de tekst bedoeld voor de huisarts, de neuroloog of een laaggeletterde moeder? Als aankomend logopedist krijgt de student niet alleen de opdracht om een behandelplan te schrijven, maar ook de lezer in het oog te houden en daar de tekst op af te stemmen. Met deze opdracht wordt taalvaardigheid en vakinhoud bij elkaar gebracht.
Doorlopende leerlijn
Integratie van vakinhoud en taalvaardigheid, dat is de kern van de doorlopende leerlijn taalvaardigheid bij de opleiding Logopedie. “We willen taal- en studievaardigheden integreren in het curriculum en niet (meer) als losstaande modules aanbieden”, zegt docent Petra Sloot bij Logopedie, onderdeel van het Instituut voor Gezondheidszorg (IVG) van Hogeschool Rotterdam. Samen met hoofddocent Kirsten van den Heuij is zij betrokken bij de ontwikkeling van de nieuwe leerlijn taalvaardigheid.
“We leiden studenten op tot functioneel taalvaardige logopedisten”, vervolgt Van den Heuij. “Het is voor logopedisten niet per se zinvol dat zij alle tekstgenres kunnen opsommen. Wel moeten ze in hun beroepspraktijk een behandelplan of overdracht kunnen schrijven. Of ze moeten een vakinhoudelijke tekst kunnen lezen. We draaien het daarom vaak om: als studenten toch zo’n tekst lezen of schrijven, dan sluiten we meteen aan met ons onderwijs in taal- en leesvaardigheid.”
Op een hoger plan
In de eerste 100 dagen van de opleiding wordt het taalniveau van alle studenten van IVG in kaart gebracht, dus ook logopediestudenten. Dat is een mooi uitgangspunt, maar daarna is de opleiding aan zet. Sloot en Van den Heuij denken dat er nu een stevig verankerd curriculum in ontwikkeling is. Dat is een curriculum, dat de taalontwikkeling van álle studenten op een hoger plan brengt.
“We gaan er vaak vanuit dat de taalvaardigheid van een hbo-student wel doorgroeit, zodat ze in het vierde jaar hun scriptie kunnen schrijven”, zegt ze. “Maar in de tussentijd moet er in het onderwijs wel iets gebeuren om dat niveau te ontwikkelen. Dat geldt ook voor de reguliere student. Goede taalondersteuning is niet alleen belangrijk voor de taalzwakke student, maar voor iedereen.”
Proeftuinen
Vanaf het komende studiejaar gaat Logopedie met een nieuw curriculum van start, waarbij de leerlijn taalvaardigheid een van de drie doorlopende leerlijnen is. De invoering werd vanwege het coronavirus vertraagd. Wel heeft de opleiding in de vorm van ‘proeftuinen’ een aantal elementen uit de doorlopende leerlijn alvast toegepast.
Bij projectmatig werken dienen studenten bijvoorbeeld een verantwoordingsverslag te schrijven. Voorheen gaven de docenten wel aanwijzingen en feedback over hoe je zo’n verslag opbouwt, geven beiden aan. Nu gaan studenten aan de hand van een schrijfchecklist actief aan de slag, in plaats van dat ze op de feedback van de docent reageren. Met deze checklist schrijfvaardigheid beoordelen studenten hun eigen stuk en andermans werk op taal en spelling. Ook letten ze op de rode lijn in het verhaal, alineaovergangen, bronvermelding en nog veel meer.
Die verbinding tussen taalvaardigheden en vakinhoud was vaak makkelijk te realiseren, ontdekten Sloot en Van den Heuij. Bij Logopedie neemt taal als doel én als middel een essentiële plek in. “Wel kunnen we de aandacht voor de taalvaardigheid van de student meer expliciet maken”, zegt Sloot. “We koppelen het ook aan het belang voor de startbekwame logopedist. Zo staat taalvaardigheid niet meer op zichzelf, maar wordt deze steeds verbonden met de vakinhoud.”
Samen uitdragen
Beiden zien dat taalvaardigheid inmiddels meer in het vizier is bij studenten en docenten. Betrek het hele team erbij en doe het samen, raadt Van den Heuij aan. “Want de investering in het onderwijs in taalvaardigheid moet niet afhankelijk zijn van de goede wil van een individuele docent. Je moet het samen uitdragen. Als alle docenten aandacht hebben voor taal in een verslag of opdracht, dan hoort het er ook voor de studenten helemaal bij.”
Tips voor vakdocenten in het hoger onderwijs:
Tekst: Sigrid van Iersel