De ene student zet alles op alles om vooruit te komen bij taalvaardigheid, een ander loopt hierop vast. Hogeschool Inholland koppelt studenten aan elkaar om hun taalvaardigheid op te vijzelen.
“Leerlingen van havo 4 hadden al moeite om een zin met een hoofdletter te beginnen en te eindigen met een punt.” Als voormalig docent op een vo-school in Rotterdam Charlois ondervond Adrie Oosterom enkele jaren geleden aan den lijve hoeveel moeite zijn leerlingen hadden met het formuleren van goedlopende zinnen.
Nu is hij relatiebeheerder bij Inholland Rotterdam en zet hij zich in voor een doorlopende leerlijn taalvaardigheid, onder meer via deelname aan het samenwerkingsverband vo-ho. Dat doet hij onder andere samen met het Studentsucces Centrum van deze hogeschool, waarbij studenten vooral ook elkaar stimuleren en tips geven.
Laveren tussen culturen
Met name veel havo-leerlingen en mbo-studenten hebben moeite met taal, ziet Oosterom. “Mbo-studenten hebben vaak na de mavo geen Nederlands meer gehad als schoolvak. Bovendien moeten veel jongeren laveren tussen de thuiscultuur, de straatcultuur en de schoolcultuur. Ze snappen best dat er in het hoger onderwijs een ander taalgebruik gehanteerd wordt, maar ze weten niet hoe ze daar moeten komen.”
Dat heeft direct grote gevolgen, want de aankomende studenten hebben een heel ander taalniveau dan de docenten in het hoger onderwijs van hen verwachten. “Docenten vragen de studenten bijvoorbeeld om een verslag te maken”, geeft Oosterom als voorbeeld. “Maar ze blijken dan nog het verschil te moeten uitleggen tussen een inleiding en een voorwoord.”
Kloof onderkennen
Hogeschool Inholland wil daar actief mee aan de slag. Want hoe eerder de opleidingen deze kloof onderkennen, hoe beter de studenten op het goede spoor komen. Als coördinator bij het Studentsucces Centrum Rotterdam/Dordrecht zet Yvonne Slok zich hiervoor in.
Het centrum werkt hiervoor met studentbuddy’s, die op een laagdrempelige manier aankomende studenten helpen met studievaardigheden als planning en time management. Onlangs heeft Yvonne als proef de hulp bij schrijfvaardigheid toegevoegd. Hiervoor zijn zeven eerstejaars studenten gekoppeld aan studentbuddy’s om hen te helpen met taal.
Herkenbaarheid
Het uitgangspunt is daarbij voor, door en met studenten, vertelt Slok. “We hebben de neiging om in te vullen wat deze studenten nodig hebben, maar het is mooier om dit vanuit de studenten zelf te laten komen. Twee studenten die allebei niet goed zijn in taal, wilden graag samen kijken wat ze voor elkaar kunnen doen. Daar hadden wij op die manier niet aan gedacht, maar zij hoopten bij elkaar herkenbaarheid te vinden. We vinden het mooi om dat te laten ontstaan.”
Ook betrekt het Studentsucces Centrum studenten bij de vraag hoe ze het taalonderwijs leuker kunnen maken. Dat werkt, vertelt Slok. “De studenten kwamen met superleuke ideeën over een spel, dat een beetje leek op het tv-programma Wie Is De Mol?. Door corona konden we dat helaas niet uitvoeren. Vervolgens kwamen ze met een woordspelletje in de vorm van een estafette, dat heel makkelijk uit te voeren was.”
Ruwe diamanten
Studenten die zich bewust zijn van het belang van taal, weten de hulpmiddelen zelf vaak wel te vinden, is de ervaring van Oosterom en Slok. “Maar er zijn ook studenten die de noodzaak niet inzien van extra ondersteuning. Dan spelen de opleidingen een grote rol bij de bewustwording dat ze zich toch bij moeten spijkeren.”
En dan zijn de resultaten er ook naar. “Het zijn ruwe diamanten, die wat slijpwerk nodig hebben”, zegt Oosterom. “Maar dan komen ze er wel. Via LinkedIn houd ik contact met oud-leerlingen en dan ben ik supertrots op de resultaten die ze behalen.”
Tips voor docenten in het hoger onderwijs:
Tekst: Sigrid van Iersel